Landdagen

De eerste Vlaams-nationale landdag werd in 1920 georganiseerd te Kester door Staf De Clercq, één van de eerste verkozenen van de Frontpartij. Het initiatief werd jaarlijks herhaald. Het waren bonte, kermisachtige bijeenkomsten in de open lucht met als hoofdbrok verscheidene redevoeringen van Vlaams-nationalistische tenoren. Toen de Frontpartij vanaf 1925 begon te verbrokkelen in regionale partijtjes, waren de landdagen een uiting van verbinding waarmee organisator De Clercq zijn imago van verzoener opbouwde. Toen in 1933 de landdag geen doorgang vond, was dit een teken van de diepe malaise waarin het partijpolitieke Vlaams-nationalisme verkeerde, veroorzaakt onder meer door de stichting van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) dat vanaf 1932 zijn eigen landdagen organiseerde. Toen De Clercq leider werd van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) werden de landdagen jaarlijkse bijeenkomsten van het VNV.

(bron: Vlaamsch Nationale Landdagen - NEVB Online)

De landdag van 1934 verliep nog in de stijl van vroeger. De landdag van 5 mei 1935 op de Kesterheide was de eerste officiële landdag van het VNV. De Delta-vlag werd er plechtig gehesen door Dr. Borms en de Houzee-groet werd er officieel ingevoerd. Vanaf 1937 werden de landdagen georganiseerd te Gent.

 

Landdag Kester

jaren ‘30

De geschiedenis van het VNV staat gedetailleerd beschreven in

Greep naar de macht, Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945 (Bruno De Wever, Lannoo)