Oud-strijders

Na de wapenstilstand ontstonden verschillende met mekaar concurrerende verenigingen van oud-strijders. In eerste instantie ging het aan Vlaamsgezinde zijde enkel om plaatselijke initiatieven, terwijl van belgicistische zijde spoedig de centraal georganiseerde Nationale Strijdersbond (NSB) actief was. Later werd ook het Verbond der Vlaamse Oud-strijders (VOS) opgericht. NSB en VOS vertegenwoordigden samen het gros van de Belgische oud-strijders uit de Eerste Wereldoorlog.

Aan de regering werden krachtige eisen gesteld inzake oorlogsvergoedingen en oud-strijdersstatuut. De oud-strijdersbetogingen culmineerden in de bestorming van het parlement op 29 juli 1920. Die werd algemeen veroordeeld, maar in tegenstelling tot ene Trump haalden de oud-strijders wel hun slag thuis: ze kregen hun “rechtmatige vergoeding”.

Binnen het VOS ontstonden later verschillende strekkingen, die ofwel een emotioneel getint pacifisme beleden, ofwel de voorrang gaven aan een uitgesproken flamingantische koers. Die discussie liep door tot bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog, waarbij finaal in 1941 de VOS tot een autoritaire organisatie werd omgevormd.

Vlag van VOS

afdeling Kester

Een uitvoerige analyse kan je vinden in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging:

https://nevb.be/wiki/Verbond_der_Vlaamse_Oud-strijders_(VOS)